aar "Koelen" verschijnt FC (Vrie- zen - Koelen) op het temperatuurdisplay, een geluidssignaal bevestigt de verandering en op het temperatuurdisplay worden de cijfers knipperend weergegeven (GEWENSTE tem- peratuur koelmodus +5 °C). Nu kan de gewenste temperatuur voor de koelmodus met behulp van de temperatuurregelaars ingevoerd worden. Wanneer de instelling omgeschakeld wordt van "Koelen" naar "Vriezen" verschijnt CF (Koe- len - Vriezen) op het temperatuurdisplay, een geluidssignaal bevestigt de verandering en op het temperatuurdisplay worden de cijfers knipperend weergegeven (GEWENSTE tem- peratuur vriesmodus -18 °C). Nu kan de gewenste temperatuur voor de vriesmodus met behulp van de temperatuurregelaars ingevoerd worden. De huidige werkingsmodus waarin uw apparaat op dit moment staat is te herkennen als de temperatuur boven of onder 0 °C ingesteld kan worden. Stel de temperatuur in afhankelijk van de gekozen werkingsmodus (zie het deel "Tempe- ratuurregeling") . Als u het apparaat gebruikt als vrieseenheid, wacht dan tot de binnentemperatuur -18 °C heeft bereikt voordat u het voedsel erin legt. Als u dit apparaat als koeleenheid gebruikt, nadat het gebruikt is als vrieseenheid, wacht dan tot de temperatuur 0 °C heeft bereikt voordat u te koelen levensmiddelen in het ap- paraat legt. "Standaard" Koelen Door de GEWENSTE temperatuur binnen het bereik van +5 °C te kiezen, kunt u dit apparaat gebruiken als een normale koelkast. Dranken koelen Door de GEWENSTE temperatuur tot maximaal +16 °C te kiezen, kunt u dit apparaat uit- stekend gebruiken als een koeleenheid voor dranken. FROSTMATIC functie De functie FROSTMATIC versnelt het vriesproces van verse producten en,beschermt tege- lijkertijd de reeds ingevroren levensmiddelen tegen ongewenst warme...